Wieper: Hoe komt het volgens jou dat het zelf kweken van fruit zo populair aan het worden is?
Dries: Ik denk dat hier verschillende redenen voor zijn. Ten eerste is er een groeiende trend naar biologisch gekweekt voedsel. Wanneer je zelf fruit kweekt, heb je perfect in de hand of je pesticiden gebruikt. Wie zijn soorten een beetje kiest, kan perfect fruit kweken zonder ook maar een keer te moeten bespuiten. Ten tweede is er de bak- en kookhype, en een taart of slaatje met ingrediënten uit de eigen tuin heeft altijd iets meer. De derde reden moet je in de portemonnee zoeken: de boom of struik moet je misschien wel betalen, maar dat is maar eenmalig, daarna kan je jarenlang gratis oogsten.
Wieper: Wat zijn de makkelijkste soorten om zelf te kweken?
Dries: Goh, eigenlijk zijn er veel fruitsoorten die weinig moeite vragen. Bij de fruitbomen zijn appel, peer, pruim en kers eigenlijk vrij makkelijk te kweken, maar kies wel voor een sterke, ziekteresistente soort. Sommige bekende appelsoorten zoals bijvoorbeeld Granny Smith en Golden delicious zijn nogal ziektegevoelig, en daardoor minder geschikt om zelf te kweken. Verder is ook de bestuiving belangrijk. Sommige soorten hebben een andere, gelijktijdig bloeiende soort nodig voor de kruisbestuiving, en kunnen dus niet alleen geplant worden. Andere zijn zelfbestuivend en kunnen dit wel, zoals bv. een Elstar, Gloster of Jonagold bij de appels of Conference bij de peren. Een goeie tip: ook een sierappelaar zoals de ‘Red Sentinel’ is een prima bestuiver voor de meeste appelen! Bij kleinfruit is het makkelijker, daar zijn bijna alle soorten zelfbestuivend. Framboos, rode, witte of zwarte trosbes, stekelbes, Amerikaanse blauwbes zijn allemaal erg makkelijk te kweken, en zorgen elke zomer voor een mooie opbrengst. Wel opletten dat de vogels je niet voor zijn natuurlijk, wanneer het fruit begint te rijpen kan afdekken met een net nodig zijn.
Wieper: Wat met kersenbomen, hier hoor je wel eens mensen klagen dat ze de laatste jaren geen enkele kers meer moeten eten omdat deze worden opgegeten door vogels, vaak nog voor ze rijp zijn?
Dries: Dat klopt, en vaak is het niet makkelijk om over een zo groot uitgroeiende half- of hoogstam kerselaar een net te spannen. Om die reden is men recent sommige kersensoorten gaan enten op zogenaamde zwakgroeiende onderstammen. Een normale kerselaar groeit uit tot een boom van 7-8 meter en meer, en laat zich niet makkelijk snoeien. Maar deze soorten blijven klein, hooguit enkele meter hoog, waardoor je de kersen makkelijk kan plukken, en er een net over kan spannen.
Wieper: hoeveel plaats heb je nodig voor zo’n eigen fruittuin?
Dries: Wel, hierin kan je zo groot gaan of klein blijven als je wil. Voor een hoogstamboomgaard heb je natuurlijk een grote tuin nodig, maar een half- of laagstam neemt maar een paar vierkante meter in beslag. Appelaars en perenlaars kunnen ook erg goed geleid worden, waardoor ze ook geschikt zijn om aan te planten op een smalle strook tegen een muur of aan een draad. Kleinfruit neemt helemaal niet veel plaats in beslag: de meeste soorten worden niet veel hoger en breder dan een meter, en laten zich ook goed leiden. Een kiwi, kiwibes of een druif leid je sowieso het best op tegen een muur. Let wel op dat je fruit genoeg zon krijgt. Enkel herfstframbozen en Amerikaanse blauwbes doen het ook goed op een plaats met wat minder zon.
Wieper: Wat met mensen die geen tuin hebben?
Dries: Een heel aantal fruitsoorten kan je perfect in pot op je terras of balkon kweken. Aardbeien bijvoorbeeld doen het erg goed in een bloembak of hangpot. Zeker de soort ‘Ostara’ kan ik hiervoor aanraden, dit is een ziektevrije en doordragende soort, je kan ervan snoepen tot aan het begin van de herfst! Ook de dwergboompjes zoals de ballerina appel en dwergperen blijven klein en groeien smal, en zijn perfect geschikt om in een pot te houden.
Wieper: Zijn er ook exotische soorten die je hier in ons klimaat kan houden?
Dries: Ja, en ook deze soorten worden populairder, al zijn ze niet altijd even makkelijk te houden. Een perzik of nectarine lukt op een zonnige standplaats nog redelijk goed, en ook een amandelboom gaat nog. Een vijgenboom is bij veel mensen in trek, maar vaak rijpen de vijgen niet goed uit. Een goeie tip: zet een vijgenboom in arme, kalkrijke grond, en snoei hem bij in de zomer. Op die manier ontwikkelen zich in het najaar kleine knoppen met beginnende vruchten, die het jaar daarna uitgroeien tot lekkere vijgen. Een zonnige, wat beschutte standplaats is een must, en winterbescherming bij een strenge winter kan ook nodig zijn. Kaki (Sharonvrucht) en granaatappel zijn nog zo’n lekkere exoten, maar helaas is het niet altijd even makkelijk om vruchten te krijgen. Een citroenboompje in een pot draagt bij ons wel vrucht, maar deze moet je in de winter vorstvrij overwinteren.
Wieper: Wat zijn jouw favoriete soorten?
Dries: Ik eet zowat elke fruitsoort erg graag! Maar in de tuin vind ik vooral het gemak waarmee vruchten gekweekt worden erg belangrijk: soorten die zonder te bespuiten of speciale zorg toch een goeie opbrengst opleveren hebben bij mij een streepje voor. Het aanbod van zulke soorten wordt jaarlijks groter. Mijn top 3? De druivelaar ‘Roland’ staat met stip op één: een heel lekkere roze druif met een grote opbrengst en een zeer goede ziekteresistentie. We hebben deze al een tiental jaar staan, en jaar na jaar, zelfs na de voorbije natte zomer, is de opbrengst fantastisch, zonder te bespuiten! Op twee staat de Amerikaanse blauwbes: heerlijk van smaak, vol antioxidanten en makkelijk zelf te kweken. Plant enkele verschillende soorten bij elkaar, dan kan je langer vruchten plukken. Op drie staat de doordragende framboos ‘Autumn Bliss’. Deze draagt bijzonder lekkere frambozen -zonder wormpjes - van in de zomer tot ver in de herfst, alle dagen een handvol. Smullen!
Op ons plantencentrum kan je al voor enkele euro's degelijke fruitstruiken vinden. Ook zonder sproeimiddelen zorgen ze voor heerlijke vruchten vol vitamines en gezonde anti-oxidanten!