“Hoe kan ik meer vogels naar mijn tuin lokken?”. Met die vraag komen klanten regelmatig naar ons plantencentrum. In deze tuintip geven we daar als natuurliefhebbers graag een antwoord op.
De belangrijkste vuistregel is “Hoe meer variatie, hoe meer vogels”. Met andere woorden: zorg voor verschillende plantensoorten om meerdere soorten vogels te lokken, een jaar rond. Een tuin die bestaat uit een strak gemaaid gazon en een terras met enkele bloempotten trekt weinig vogels aan. Elke vogel heeft immers zijn eigen eetgewoontes en voorkeuren. Zo houden merels en lijsters erg veel van bessen en wormen. Vinken zijn dan weer verzot op allerlei zaden terwijl bij meesjes behalve zaden ook insecten tot hun lievelingskost behoren.
Een vijftal tips om meer vogels naar je tuin te lokken:
1. Planten die voor voedsel zorgen
Belangrijk is dat vogels het jaar rond voedsel nodig hebben. In de zomer, het najaar en een deel van de winter zijn er volop bessen en zaden. In het voorjaar en de zomer zijn insecten en wormen dan weer belangrijker, net wegens een gebrek aan die bessen en zaden.
Enkele plantensoorten met veel lekkers voor vogels:
Vlier, spork, klimop, meidoorn, Amelanchier (krentenboom), lijsterbes en vele andere zorgen voor bessen die je tuin ook kleurrijk maken. Nog decoratiever zijn de sierappeltjes zoals die van de Malus Red Sentinel. De rode appeltjes zijn een streling voor het oog omwille van hun kleur. Van zodra het vriest worden ze zacht en zijn ze erg geliefd bij lijsters en kramsvogels. Ook de rozenbottel wordt erg gesmaakt, maar het is een erg wilde struik met pijnlijke stekels. Zet ‘m achteraan in de tuin waar je niet hoeft te passeren. Als haagplanten zijn de Ilex en Taxus populair: ze zijn groenblijvend en dragen bessen, vooral als ze mogen uitgroeien en niet te vaak gesnoeid worden.
Zonnebloemen zijn prachtige planten met veel uitstraling als ze in bloei staan. Maar ook daarna komen ze nog van pas! Knip ze af als ze uitgebloeid zijn en leg ze droog weg. Meesjes komen met plezier de zonnebloempitjes wegsnoepen uit een bloem die je in de herfst of winter op een veilige, maar bereikbare plaats hebt opgehangen. Bij de Phlomis russeliana geldt het advies om de verdroogde bloemstengels te laten staan. Vinken en kepen zijn verzot op hun zaadjes.
Staan er fruitstruiken in je tuin? Of het nu bessenstruiken zijn, druiven, kerselaars of appelbomen. Al het fruit dat je zelf niet opeet, staat vroeg of laat op het menu van de merels. Rode of zwarte vruchten hebben meer succes dan witte of gele. Ze zijn beter vindbaar en tja, ieder zijn voorkeuren hé…
Tot slot verdient toch ook de Prunus padus een vermelding. Deze gewone vogelkers draagt niet enkel bessen, maar lokt ook veel mezen, goudhaantjes, etc. doordat er vaak kleine insecten zoals bladluizen op leven.
2. Een gezond bodemleven
Een gezond bodemleven is niet alleen belangrijk voor de groei van planten, maar ook voor egels en vogels. Een laagje fijne schors of compost en afgevallen herfstbladeren tussen de planten zorgen voor wormpjes en ander bodemleven waar merels, roodborstjes etc. dol op zijn.
3. Hou het veilig voor de vogels
Een gesloten haag is ideaal als schuilplaats voor mussen en kleine zangvogels. Ook een veilige uitkijk is belangrijk. Enkele grotere dichtbebladerde bomen kunnen daarvoor zorgen.
4. Zorg voor nestplaatsen
Het meest voor de hand liggende zijn nestkastjes die je in bomen en hogere hagen kan hangen. Vooral kool- en pimpelmeesjes zijn zo erg makkelijk te lokken. Zorg er zeker voor dat het nestkastje hoog genoeg hangt, uit het zicht en minder goed bereikbaar voor katten. Op de middaguren komt er best niet te veel zon aan het nestkastje: anders kan de temperatuur in de nestkastjes serieus oplopen met alle gevolgen van dien. Hang nieuwe nestkastjes liefst al in de winter op. Kieskeurige vogels beginnen dan al hun keuze te maken ;-).
Pimpelmezen vonden op ons plantencentrum zelfs de weg naar nestkastjes die te koop stonden...
Sommige vogels bouwen liever hun eigen nest zoals merels, lijsters en staartmezen. Coniferen zijn misschien niet in de mode, maar zijn wel erg populair bij deze vogels. Ook andere planten met een dichte gebladerte zoals een beukenhaag kunnen dienst doen. Klimplanten zoals klimop tegen een muur of onder een dakgoot doen het ook goed. Uiteraard verkiezen de meeste vogels een rustige plaats met niet te veel passage.
5. Zonder water geen leven
Een kleine vijver met een ondiep stuk is ideaal voor vogels: als drinkplaats maar ook als wasplaats. Niet getreurd als je geen vijver in eigen tuin hebt: eentje bij de buren wat verderop is vaak ook al voldoende. Zelfs een schotel met water kan dienst doen als drink- en wasbak! Vergeet de ijslaag niet weg te halen in periodes van vorst
6. Bijvoederen in alle seizoenen
Je mag het hele jaar door voederen, maar vooral in de winter hebben vogels extra energie nodig om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Ons slot in deze tuintip gaat naar de specht. Een niet alledaagse, kleurrijke vogel die de moeite waard is om naar je tuin te lokken. Dood staand hout is een perfecte plek voor spechten om hun nest in te maken of om insecten in te zoeken. Haal die kapotte boom dus niet meteen weg, maar gun de spechten hun pleziertje. Ook hazelnoten en walnoten staan op hun menu. Mooi meegenomen is dat notenbomen ook eekhoorns naar je tuin lokken. Heerlijk vogelgezang én vrolijk rondhuppelende eekhoorns in je tuin: hoe geweldig is dat?!
Dit wilden we nog even meegeven: Wanneer we onze ecologisch geteelde kerstbomen rooien worden we steevast op de voet gevolgd door een roodborstje dat wormpjes komt zoeken in de losgewoelde aarde... Heerlijk...
Nadine en Dries