De beste bodembedekkers
Bodembedekkers: zowat elke tuin heeft er nood aan. Ze zorgen niet alleen voor een mooi uitzicht, maar eens volgroeid kunnen ze ook helpen het onkruid tegen te gaan. Er is een heel scala aan soorten en kleuren verkrijgbaar, maar hou bij de keuze van een bodembedekker wel rekening met de standplaats. Sommige soorten verkiezen een drogere grond en verdragen veel zon, andere staan liever wat vochtiger, en verkiezen wat beschutting. Hieronder volgt een overzicht van de beste soorten bodembedekkers.
Een erg goede en bekende bodembedekker is Waldsteinia Ternata (Goudaardbei). Dit erg sterk en groenblijvend kruipertje wordt niet hoger dan 15cm, en geeft gele, op boterbloemen gelijkende bloempjes in het voorjaar. Het groeit erg makkelijk dicht, stelt niet al te veel eisen aan de grond, en gedijt zowel in schaduw als in de zon. Doordat het niet te hoog wordt, kan het prima gebruikt worden tussen heesters en solitairplanten.
Vinca minor (Maagdenpalm) is nog zo’n klassieker. Dit groenblijvende woekerplantje groeit het best in de halfschaduw of schaduw, maar op niet al te droge grond kan het ook in de zon geplant worden. In het voorjaar bloeit het met typische blauwe, vijfbladige bloempjes, al is er in de loop van de zomer vaak nog wat herbloei. Vinca wordt niet veel hoger dan zo’n 25cm, en kan altijd bijgesnoeid worden. Een grotere oppervlakte kan zelfs verjongd worden door afgemaaid te worden met de grasmachine op de hoogste stand! Een wat lager blijvende, witte variëteit is de Vinca minor ‘Gertrude Jeckyl’. Deze heeft een nog iets kleiner blad, en wordt zo’n 15cm hoog.
Een van de bekendste bodembedekkers is wel Pachysandra terminalis, ook wel schaduwkruid genoemd. Zoals de naam het zegt, verkiest dit wintergroene plantje een plek in de halve of volle schaduw. Hoe meer zon, hoe geler de bladeren verkleuren. In het voorjaar bloeit het met niet al te opvallende witte bloempjes. Pachysandra is geen woekeraar, maar zet zich wel verder met worteluitlopers net onder het oppervlak. Daarom is het ideaal om na het aanplanten wat fijne schors of mulch tussen de planten te leggen, op die manier worden de jonge worteluitlopers beschermd tegen uitdroging, en groeien de planten sneller dicht. De gewone variëteit wordt zo’n 25cm hoog, terwijl de variëteit ‘Green Carpet’ slechts een goeie 15cm wordt. Pachysandra terminalis ‘Green Sheen’ is dan weer een soort met een blinkend blad, die kleurvaster is in de zon.
Een bodembedekkertje dat het erg goed doet in volle zon en op drogere gronden is de Acaena microphylla (stekelnootje). Dit erg fijnbladig kruipertje wordt niet hoger dan 10cm, en bloeit met piepkleine witte bloempjes. Erg decoratief zijn de roodbruine vruchtjes die er in de loop van de zomer opkomen, in de vorm van een stekelig bolletje, en die er tot ver in het najaar op blijven hangen. Ook ideaal in rotstuintjes!
Nog zo’n zonneklopper is Helianthemum (zonneroosje). Dit halfwintergroene kruipertje bestaat in een scala aan kleuren en bloemvormen: wit, geel, oranje, roze of rood, met enkele of dubbele bloempjes, en met groene of grijsachtige blaadjes. Het wordt zo’n 15cm hoog, verkiest een kalkrijke grond en verdraagt goed droogte. Lichtjes bijsnoeien na de bloei zorgt ervoor dat de planten mooi compact blijven.
Een makkelijke en snel dichtgroeiende bodembedekker is de Geranium cantabrigiense (ooievaarsbek). Deze soort wordt zo’n 15cm hoog, en heeft als belangrijkste variëteiten ‘Karmina’ met dieproze bloemen, en ‘Biokovo’, met lichtroze, bijna witte bloemen. Geraniums hebben een redelijk goed groenblijvend en aangenaam geurend blad, en stellen weinig eisen aan de grond. Ze doen het goed in zowel zon als halfschaduw, en blijven jarenlang mooi. Ze zijn ook prima te combineren met andere vaste planten, een plaats vooraan in de border is ideaal. Voor volle schaduw is het beter de Geranium macrorrhizum te gebruiken. Deze wordt iets hoger (25cm), en is eveneens te verkrijgen in het donkerroze (‘Bevan’s Variety’) en in het lichtroze, bijna wit (‘Spessart’). Zelfs zonder bloem is deze bodembedekker nog erg de moeite!
Ook een aantal heesters lenen zich uitstekend om te gebruiken als bodembedekker. Reeds jarenlang bekend is de Cotoneaster dammeri (dwergmispel). Deze groenblijver kruipt met lange takken plat over de grond, geeft eerst witte bloempjes en daarna rode besjes. Iets hoger is de Lonicera nitida ‘Maigrün’ (Chinese kamperfoelie of struikkamperfoelie). Deze wat op buxus gelijkende, fijnbladige heester kan bijna een meter hoog worden, maar kan perfect op hoogte of in vorm gehouden worden door snoei. Een erg sterke plant, die snel volledig dichtgroeit! Stephanandra incisa ‘Crispa’ (kransspirea) is dan wel bladverliezend, door zijn dichte takstructuur bedekt hij het hele jaar door de grond. Hij kan zo’n halve meter hoog worden, en geeft witte bloempjes in het voorjaar.
Planttips voor bodembedekkers
De meeste bodembedekkers worden in pot gekweekt, en kan je het jaar rond planten. Zorg bij het aanplanten steeds voor een goed voorbereide grond: bewerk de grond voldoende diep en voeg wat potgrond of planthumus toe, samen met wat meststoffen en eventueel wat kalk. Per vierkante meter rekent men voor de meeste vaste planten tussen de 8 en 12 stuks. Voor de heesters volstaan meestal 4 tot 5 stuks per vierkante meter. Het gebruik van worteldoek raad ik in de meeste gevallen af, omdat dit ervoor zorgt dat er geen ondergrondse uitlopers gevormd kunnen worden, of dat de overhangende takken geen wortel kunnen vormen. Beter is met wat mulch of fijne schors te werken, dit houdt het onkruid ook tegen, maar zorgt ervoor dat de planten toch snel kunnen dichtgroeien.
Tot slot nog een tip voor wie graag wat extra kleur in zijn tuin wil brengen: plant tussen de lagere bodembedekkers bloembollen. Narcissen, krokusjes, sneeuwklokjes en tulpen geven reeds vroeg in het jaar extra kleur!
Toontuin bodembedekkers
Op ons plantencentrum kan je de verschillende soorten bodembedekkers bekijken in een toontuin. We geven je graag advies welke het best past in jouw tuin.
Dries De Pauw
Tuinplantencentrum De Pauw – Bornem